Ja, zo is het wel genoeg - Reisverslag uit Bluff, Nieuw Zeeland van John Lingen - WaarBenJij.nu Ja, zo is het wel genoeg - Reisverslag uit Bluff, Nieuw Zeeland van John Lingen - WaarBenJij.nu

Ja, zo is het wel genoeg

Door: papa lingen

Blijf op de hoogte en volg John

11 Januari 2010 | Nieuw Zeeland, Bluff

De tocht door de Catlins is schitterend, met al die uitstapjes naar fraaie baaien en zeehondenkolonies, pinguïns en wat dies meer zij. Als het mooi weer is tenminste. Als we uit Surat Bay vertrekken kunnen we onze spullen tussen de regenvlagen door droog in de auto krijgen. Die Nissan Sunny Saloon is deze dag ons toevluchtsoord. Het giet op de verkeerde momenten. We willen naar Bluff, de meest zuidelijke stad (nou ja, stad) van Nieuw Zeeland..
Er is voldoende te zien onderweg. De foldertjes zijn veelbelovend. Bij de Niagara Falls begint het weer te regenen. De naamgever had gevoel voor humor: het is een niet eens indrukwekkende stroomversnelling. Een van de mooiste baaien is Purpoise Bay. Zelfs in de plensregen zijn we daar van overtuigd. We kunnen de auto naast de koffietent parkeren en het sprintje van 15 meter maakt ons niet echt nat. De beloofde school Hector-dolfijnen die hier domicilie heeft vertoeft op open zee waarschijnlijk. De voorgenomen forse strandwandeling – toch gauw 5 km heen en terug – komt te vervallen. Evenals een bezoek aan Curio Bay aan de andere kant van de klif. Bezienswaardigheid hier is een versteend bos, dat bij vloed half onder water komt. Moet je wel voor de auto uit, dus slaan we over. Bij Waipohatu is een bush track uitgezet van 3 uur. Helaas. Slope Point is het meest zuidelijke punt van NZ (Bluff is het er nog steeds niet mee eens). Door de aanhoudende zuidwesten wind groeien de bomen hier letterlijk ‘met de wind mee’. De windkant is vrijwel plat, alle takken staan horizontaal in de richting van de wind. We hebben er inderdaad een aantal gezien, maar niet bij Slope Point en van achter de ramen. 15 km gravelweg met dit weer lijkt ons niet verstandig.
Pas bij Fortrose wordt het wat droger. Maar dat is het einde van de Catlins. Wat rest op onze trip naar Bluff is een redelijk saai landschap en Bluff zelf brengt daar geen verandering in. Om er te komen moet je langs Invercargill, waarvan de inwoners ruzie hebben met de makers van de Lonely PLanet. Die schreven nog in de voorlaatste editie dat hier helemaal niets te beleven viel. Nou, in Bluff ook niet echt.

Bluff is de oudste nederzetting van NZ – gesticht in 1824. Hier vertrekt de ferry naar Stewart Island, volgens mijn zwager (een kiwi) het laatste stukje echte NZ. Zit niet in onze planning. De datum voor de overtocht naar het noordereiland ligt vast.
Door het wegvallen van al onze uitstapjes komen we redelijk bijtijds aan. Gelukkig kunnen we over onze kamer in Bluff Lodge, het enige backpackers hotel, beschikken. Gevestigd in een Victoriaans gebouw uit 1899, voorheen postkantoor. Helaas vergeten te fotograferen, maar kijk op www.blufflodge.co.nz voor een indruk van lodge en Bluff.
Voor NZ$ 60 (€ 31) hebben we de beschikking over de King Room, d.w.z. een kamer met tweepersoonsbed met een eigen badkamer met bad/douche/toilet, inclusief bedlinnen en badlakens. Greet maakt hier gretig gebruik van en begint met een half uur in bad te kruipen, lichtelijk verkleumd als ze is. Het is dan wel droog, maar nog lang geen terrasjes weer. En ik heb nog steeds geen shirt met lange mouwen.
“Wat zoeken jullie hier in godsnaam?” Ik hoor het jullie vragen. Nou niet de olieopslagtanks die het haventje ontsieren. Niet dat fabriekscomplex op het eilandje in de baai met die ellenlange aanlegsteiger. Niet de verwaarloosde winkelgalerij langs de ‘boulevard’. Bluff heeft Stirling Point! En alleen voor de foto bij deze wereldberoemde wegwijzer zijn we 40 km omgereden. Hier begint SH1, de verbindingsweg met Cape Reina op het uiterste noordelijke puntje van het noordereiland, 1401 km verderop. Het lijkt het enige plekje dat goed wordt onderhouden in Bluff.
We ‘dineren’ in het enige restaurant van de stad. Uitzicht op de toegangshekken van de ferry, fabriekskantine meubilair, bar in westernstijl. Schenken een prima witte huiswijn en hebben Monteighs Black (soort dubbele trappist). Er staan drie soorten Fish&Chips op het menu. We kiezen voor de populairste (stond erbij): met Blue Kot. Zalig! Wat een lekkere vis is dat zeg. En perfect klaargemaakt.

Morgen gaan we naar het noorden, waar hopelijk de zon wel schijnt. Op naar Glenorchy.

Groetjes
Greet&John

  • 25 Februari 2010 - 10:39

    Wim:

    Lekker weertje daar. Niet helemaal het hoogtepunt van de reis.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

John

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 129
Totaal aantal bezoekers 32172

Voorgaande reizen:

31 December 2009 - 09 Februari 2010

Voor al het overige

17 Februari 2006 - 20 Maart 2006

Mijn eerste reis

Landen bezocht: